Protestantse Gemeente 'de Eshof' te Hoevelaken
De Protestantse Gemeente "de Eshof" te Hoevelaken behoort tot de Protestantse Kerk in Nederland en staat in de traditie van de kerk in alle eeuwen en alle plaatsen.
We zijn een open en gastvrije gemeente waar iedereen welkom is ongeacht zijn of haar overtuiging, levensstijl of seksuele geaardheid. We willen recht doen aan de pluriformiteit van onze gemeente en hebben geen behoefte slechts één christelijke weg aan te wijzen.
We denken dat de manier waarop we met elkaar omgaan belangrijker is dan wat we precies geloven. We zien ons als een gemeenschap die, in alle bescheidenheid, helpt om een betere wereld op te bouwen en die hoop brengt aan hen die Jezus de minste van zijn zusters en broeders noemde.
Een ander perspectief
Overweging van Ellie Boot
Overweging van Ellie Boot
‘Wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?’
Dat heeft een jongeman aan Jezus gevraagd (19,16). En Jezus geeft antwoord. Een antwoord waaruit blijkt: het eeuwige leven, dat krijg je niet door wat je doet of wat je bent. Je krijgt het door iets anders: door wat je loslaat (19,21).
En dan komt deze gelijkenis, over de arbeiders in de wijngaard. Een gelijkenis dus over loslaten. Ze vertelt ons over het koninkrijk der hemelen, oftewel het levenmet-God hier en nu. Ze zet ons meteen met beide voeten op de grond. Want wat Jezus betreft hebben ‘eeuwig leven’ en ‘leven in Gods koninkrijk’ alles te maken met hier en nu leven als mens naar Gods hart.
Een gelijkenis over loslaten.
Wat moeten we loslaten?
Ons eigen, beperkte perspectief. Of anders gezegd: leer kijken door de ogen van de a(A)nder. Leer zien als nieuw! Alsof je nieuwe ogen hebt gekregen. Kijken als nieuw, met nieuwe ogen – dat is de weg naar Gods koninkrijk. De weg die je gaat wanneer je wilt leven als mens van God.
Wat moeten we loslaten?
Ons eigen, beperkte perspectief. Of anders gezegd: leer kijken door de ogen van de a(A)nder. Leer zien als nieuw! Alsof je nieuwe ogen hebt gekregen. Kijken als nieuw, met nieuwe ogen – dat is de weg naar Gods koninkrijk. De weg die je gaat wanneer je wilt leven als mens van God.
Het valt niet mee, kijken door de ogen van een ander. Neem de renovatie van de kerkzaal. Misschien zijn er wel net zoveel meningen als er mensen zijn. Het is allemaal prachtig, en geweldig dat we bijna geen gas meer gebruiken, maar… En daar komen de verschillende perspectieven. Iemand denkt: de banken zijn verdwenen, wat jammer. En een ander: de kuil had beter egaal gemaakt kunnen worden met de rest, alles gelijkvloers en dan podiumdelen voorin, dit is een gemiste kans. En iemand anders: dat linoleum op de vloer, had dat niet beter in de breedte gelegd kunnen worden? Of diagonaal? Een vierde denkt: ik had een andere kleur voor de gordijnen gekozen.
We kijken door onze eigen, kritische ogen.
Lukt het ons om door de ogen van de ander te kijken? Om er in te komen dat de keuzes zo zijn gemaakt als ze zijn gemaakt? Of blijven we beperkt tot onze eigen visie?
We kijken door onze eigen, kritische ogen.
Lukt het ons om door de ogen van de ander te kijken? Om er in te komen dat de keuzes zo zijn gemaakt als ze zijn gemaakt? Of blijven we beperkt tot onze eigen visie?
Kijken als nieuw, met nieuwe ogen – de gelijkenis vraagt daarom. Ze vraagt ons om ons eigen perspectief los te laten en te kijken met Gods ogen.
Maar het gaat niet vanzelf.
Stel nou, je bent een van die werkers van het eerste uur. Je hebt de hele dag in de volle zon gewerkt. Het is zwoegen. Maar vanuit de startsituatie gezien ben je een geluksvogel: je hébt immers werk. Je bent niet op het marktplein achtergelaten. Je weet al aan het begin van de dag dat je geld aan het verdienen bent. Je moeite gaat gepaard met zekerheid en met fierheid: je verdient de kost!
Pas wanneer anderen hetzelfde loon krijgen met minder inspanning, voel je je bedrogen. Je vindt dat die anderen het makkelijker hebben.
Maar is dat wel zo? Kun je er ook anders naar kijken?
Maar het gaat niet vanzelf.
Stel nou, je bent een van die werkers van het eerste uur. Je hebt de hele dag in de volle zon gewerkt. Het is zwoegen. Maar vanuit de startsituatie gezien ben je een geluksvogel: je hébt immers werk. Je bent niet op het marktplein achtergelaten. Je weet al aan het begin van de dag dat je geld aan het verdienen bent. Je moeite gaat gepaard met zekerheid en met fierheid: je verdient de kost!
Pas wanneer anderen hetzelfde loon krijgen met minder inspanning, voel je je bedrogen. Je vindt dat die anderen het makkelijker hebben.
Maar is dat wel zo? Kun je er ook anders naar kijken?
Stel nou, je bent een van de werkers van het laatste uur. Per saldo lijk je er makkelijk vanaf te komen: een uurtje werken en dan een vol dagloon krijgen.
Maar van tevoren wist je niet dat het zo zou gaan. De hele dag heb je op de markt gestaan. Je hebt wanhoop ervaren en de dag doorgebracht met het spook van de honger. En het vernederende idee dat je straks met lege handen je gezin onder ogen moet komen. Tot het moment van uitbetaling was je een pechvogel.
Wat voel je dan, als je voldoende loon krijgt om eten voor een dag te kopen? Opluchting en dankbaarheid denk ik. Maar ook gêne door de verongelijktheid van die anderen. En je wilt het liefst gauw naar huis, weg uit de situatie. Wat je eergevoel en fierheid betreft sta je nog steeds op achterstand. De werkers van het eerste uur doen al hun best om je dat niet te laten vergeten.
En is het in onze samenleving niet net zo? Denk maar aan hoe veel werkenden aankijken tegen mensen die leven van een uitkering. Hoe ze hen luie profiteurs noemen. Maar ze zouden voor geen goud met hen willen ruilen…
Maar van tevoren wist je niet dat het zo zou gaan. De hele dag heb je op de markt gestaan. Je hebt wanhoop ervaren en de dag doorgebracht met het spook van de honger. En het vernederende idee dat je straks met lege handen je gezin onder ogen moet komen. Tot het moment van uitbetaling was je een pechvogel.
Wat voel je dan, als je voldoende loon krijgt om eten voor een dag te kopen? Opluchting en dankbaarheid denk ik. Maar ook gêne door de verongelijktheid van die anderen. En je wilt het liefst gauw naar huis, weg uit de situatie. Wat je eergevoel en fierheid betreft sta je nog steeds op achterstand. De werkers van het eerste uur doen al hun best om je dat niet te laten vergeten.
En is het in onze samenleving niet net zo? Denk maar aan hoe veel werkenden aankijken tegen mensen die leven van een uitkering. Hoe ze hen luie profiteurs noemen. Maar ze zouden voor geen goud met hen willen ruilen…
En dan is er nog de landheer. Hij is de heer, hij heeft de macht en de middelen. Hij gunt al zijn werkers, de vroege en de late, dat ze straks thuiskomen met een dagloon; niet de jackpot maar dat wat nodig is om eerlijk te leven. Hij besluit dat ze dat allemaal van hem krijgen.
Maar dan krijgt hij het aan de stok met mensen die zeggen: zo gaat dat niet bij ons! Je kunt wel merken dat u niet van hier bent. U had zich beter moeten verdiepen in de lokale gebruiken en gevoeligheden. Geef loon naar werken, dat is minder ontwrichtend voor de verhoudingen tussen de loonwerkers onderling!
Maar dan krijgt hij het aan de stok met mensen die zeggen: zo gaat dat niet bij ons! Je kunt wel merken dat u niet van hier bent. U had zich beter moeten verdiepen in de lokale gebruiken en gevoeligheden. Geef loon naar werken, dat is minder ontwrichtend voor de verhoudingen tussen de loonwerkers onderling!
Stel dat je de vraag zou stellen: wat moet er de volgende keer anders?
Dan zou het zomaar kunnen dat de landheer aan het kortste eind trekt. En dat alle arbeiders het daarover eens zijn, de vroege en de late. Want de manier van redeneren van onze samenleving zit diep in onszelf verankerd.
Het zou kunnen dat hem dringend gevraagd wordt om voortaan toch maar loon naar werken uit te keren. Gaat u anders maar terug naar waar u vandaan komt. U begrijpt onze cultuur niet. U burgert in of u vertrekt!
Dan zou het zomaar kunnen dat de landheer aan het kortste eind trekt. En dat alle arbeiders het daarover eens zijn, de vroege en de late. Want de manier van redeneren van onze samenleving zit diep in onszelf verankerd.
Het zou kunnen dat hem dringend gevraagd wordt om voortaan toch maar loon naar werken uit te keren. Gaat u anders maar terug naar waar u vandaan komt. U begrijpt onze cultuur niet. U burgert in of u vertrekt!
Kunnen we ons in het perspectief van de landheer verplaatsen?
Kunnen we ooit op dezelfde manier kijken? Kunnen we kijken met Gods ogen – als nieuw?
Je zou kunnen zeggen dat dat ons zou uitburgeren uit onze wereld. Want dan komen we in aanvaring met de mores van onze samenleving. En met hoe we er ook zelf ten diepste over denken. Hoe zou dat ooit goed kunnen gaan: dat iedereen hetzelfde loon krijgt, ongeacht wat hij of zij doet? Heeft het communisme dat niet verkondigd en in praktijk gebracht – en is dat niet faliekant mislukt? Want het voelt niet eerlijk aan. En altijd zijn er machthebbers die zichzelf en vriendjes en familie verrijken ten koste van anderen.
Kunnen we ooit op dezelfde manier kijken? Kunnen we kijken met Gods ogen – als nieuw?
Je zou kunnen zeggen dat dat ons zou uitburgeren uit onze wereld. Want dan komen we in aanvaring met de mores van onze samenleving. En met hoe we er ook zelf ten diepste over denken. Hoe zou dat ooit goed kunnen gaan: dat iedereen hetzelfde loon krijgt, ongeacht wat hij of zij doet? Heeft het communisme dat niet verkondigd en in praktijk gebracht – en is dat niet faliekant mislukt? Want het voelt niet eerlijk aan. En altijd zijn er machthebbers die zichzelf en vriendjes en familie verrijken ten koste van anderen.
Kijken door Gods ogen… ga er maar aan staan. We kunnen zeggen dat dit is hoe God de wereld voor ogen heeft – maar kunnen we daar ooit bij? Als we zo willen kijken als God, zullen we daar ons leven lang op moeten oefenen. En ons ermee verzoenen dat het ons vaak niet zal lukken. Het ‘gewone’ perspectief van onze aardse mores zal het zomaar weer overnemen in ons denken en doen.
Maar…
Er zit een knipoog in deze gelijkenis.
Het verhaal speelt zich af rond een wijngaard. Geen aardappelboerderij of veehouderij. Niet een bedrijf dat nodig is voor de voedselproductie, dat bittere noodzaak is en harde realiteit. Het gaat over een wijnboerderij waar we heel goed zonder kunnen. Die feitelijk overbodig is. En tegelijk symbool voor vreugde en genot.
Is het niet net zo met ons kerkgebouw?
Ook dat is niet nodig. Ook dat is overbodige luxe, zou je kunnen zeggen.
Ook de kerk is symbool voor vreugde en genot – toch?
Ook hier was er verschillende inzet. De een werkte dagenlang, de ander een paar uur, weer een ander financierde een zonnepaneel – en alles droeg bij aan
het eindresultaat.
Een kerkgebouw is geen levensnoodzaak. Zeker de helft van de Nederlandse bevolking zal dat beamen, die heeft niks met de kerk. En toch vinden we dit gebouw belangrijk. Net zoals de landheer druiven belangrijk vindt. Ze helpen het speelse en vrolijke in het leven te bewaren. Liturgie, dat betekent feitelijk: spel. Iemand noemde de liturgie ‘het nodige overbodige’.
Er zit een knipoog in deze gelijkenis.
Het verhaal speelt zich af rond een wijngaard. Geen aardappelboerderij of veehouderij. Niet een bedrijf dat nodig is voor de voedselproductie, dat bittere noodzaak is en harde realiteit. Het gaat over een wijnboerderij waar we heel goed zonder kunnen. Die feitelijk overbodig is. En tegelijk symbool voor vreugde en genot.
Is het niet net zo met ons kerkgebouw?
Ook dat is niet nodig. Ook dat is overbodige luxe, zou je kunnen zeggen.
Ook de kerk is symbool voor vreugde en genot – toch?
Ook hier was er verschillende inzet. De een werkte dagenlang, de ander een paar uur, weer een ander financierde een zonnepaneel – en alles droeg bij aan
het eindresultaat.
Een kerkgebouw is geen levensnoodzaak. Zeker de helft van de Nederlandse bevolking zal dat beamen, die heeft niks met de kerk. En toch vinden we dit gebouw belangrijk. Net zoals de landheer druiven belangrijk vindt. Ze helpen het speelse en vrolijke in het leven te bewaren. Liturgie, dat betekent feitelijk: spel. Iemand noemde de liturgie ‘het nodige overbodige’.
Misschien kunnen we ons daardoor hier, in deze context, makkelijker verplaatsen in de landheer. En in de lichtheid waarmee hij ieder hetzelfde uitbetaalt. Want het gaat hier in de Eshof net als in de wijngaard: we plukken allen dezelfde vruchten, of we er nu hard voor hebben gewerkt of niet.
Energie uit zon en lucht krijgen we hier nu. Maar belangrijker nog is de inspiratie die uitgaat van het resultaat van al het werk. En de energie die uitgaat van degenen die hier hun schouders onder hebben gezet.
Belangrijk is ook dat zij en wij niet alleen staan: we staan op de schouders van anderen. Van onder andere degenen die in het verleden consciëntieus het financiële beheer van de gemeente hebben behartigd. Zodat er nu geld is om al deze renovaties uit te voeren. Alle toegewijde leden van het college van kerkrentmeesters van de afgelopen tientallen jaren. Annie Schuurman die als beheerder een zuinig beleid voerde. En veel anderen.
Energie uit zon en lucht krijgen we hier nu. Maar belangrijker nog is de inspiratie die uitgaat van het resultaat van al het werk. En de energie die uitgaat van degenen die hier hun schouders onder hebben gezet.
Belangrijk is ook dat zij en wij niet alleen staan: we staan op de schouders van anderen. Van onder andere degenen die in het verleden consciëntieus het financiële beheer van de gemeente hebben behartigd. Zodat er nu geld is om al deze renovaties uit te voeren. Alle toegewijde leden van het college van kerkrentmeesters van de afgelopen tientallen jaren. Annie Schuurman die als beheerder een zuinig beleid voerde. En veel anderen.
Voldoening van enkelen omdat ze voor een hele gemeente iets goeds kunnen doen; en dankbaarheid van velen voor de inzet van enkelen die allen ten goede komt - het is een ander perspectief. Het is het perspectief van de landheer.
En de liturgie? Die is de speelse oefensituatie voor dit perspectief.
En de liturgie? Die is de speelse oefensituatie voor dit perspectief.
Ellie Boot (2024-08-18)